
78
Verklaring van de effectparameters
Feedback Tone
Kies hier het frequentiebereik waarbinnen de terugkoppeling
moet optreden.
Flanger
Een Flanger zorgt voor een wervelend geluid dat ook wel iets
weg heeft van een opstijgende of landende straaljager. Dit is
een bijzonder populair effect bij gitaristen en bassisten.
Effect
Met deze parameter schakelt u de Flanger in of uit.
Rate
Hiermee bepaalt u de snelheid van de Flanger (de modulatie-
snelheid).
• In plaats van een waarde kunt u ook “BPM” kiezen. In dat
geval bepaalt u met Master BPM (blz. 83) de tempowaarde
waarmee de Flanger gesynchroniseerd wordt. Bij grote BPM-
waarden kan het echter gebeuren dat de vertraging gehalveerd
of door vier gedeeld wordt.
Depth
Bepaalt de diepte (intensiteit) van het Flanger-effect.
Manual
Hiermee kiest u de frequentie die vooral door de Flanger
wordt bewerkt.
Resonance
Hiermee zorgt u voor een terugkoppeling (resonantie) die
het Flanger-effect een iets synthetischer karakter geeft.
Separate
Hiermee bepaalt u de spreiding van het Flanger-effect. Hoe
groter de waarde, hoe opvallender de “diffusie”.
Level
Hiermee regelt u het volume van de Flanger.
Gate
Hiermee kunt u zorgen dat het Flanger-geluid op regelmati-
ge tijdstippen wordt uitgeschakeld. Hoe groter deze waarde,
hoe vaker de Flanger even uit- en weer ingeschakeld wordt.
Kies “Off” als u deze onderbrekingen niet nodig hebt.
Direct Switch
Hiermee kunt u het originele (te bewerken) signaal in- of uit-
schakelen.
Graphic EQ
Dit effect simuleert een grafische 10-bands Equalizer.
Effect
Met deze parameter schakelt u de Graphic EQ in of uit.
Input Gain
Hiermee bepaalt u het ingangsniveau van het signaal voor-
dat dit laatste door de EQ wordt bewerkt.
Level
Hiermee kunt u het volume van het bewerkte signaal bijrege-
len en op die manier een te sterke toe- of afname van het
volume compenseren.
31.2~16KHz (Gain)
Hiermee regelt u het volume van de afzonderlijke frequentie-
banden om precies de gewenste klankkleur te verkrijgen.
Guitar Synth
Dit effect analyseert de toonhoogte van het inkomende sig-
naal en vertaalt dit naar een synthesizergeluid. U vindt dit
effect in het “Guitar Multi 1”-algoritme. Zet MOD “SELECT”
op “SYN”.
• Zie ook “Over MOD” op blz. 39.
Houd tijdens het gebruik van de gitaarsynthesizer het vol-
gende in de gaten:
• De synthesizer werkt niet naar behoren wanneer u
akkoorden speelt. Hij is dus enkel voor solo’s bedoeld.
• Speel geen gebonden noten, omdat dát op hetzelfde
neerkomt als het spelen van akkoorden. Demp een noot
dus telkens af alvorens de volgende te spelen. De Attack
(aanzet) van de gespeelde noten is bijzonder belangrijk
voor een goede werking van de synthesizer.
Sens
Hiermee bepaalt u de ingangsgevoeligheid. Hoe groter deze
waarde, deste beter is de respons. Dat kan echter ook beteke-
nen dat de synthesizer op signalen reageert die eigenlijk niet
“gesynthetiseerd” hoeven te worden (het schuiven op de
snaren bv.). Kies dus altijd een optimaal compromis tussen
een goede respons en een minimum aan “parasieten”.
Wave
Hiermee kiest u de golfvorm van de gitaarsynthesizer:
SQR (blokgolf) ( ): Als antwoord op de herkende
noten van uw gitaar brengt de gitaarsynthesizer een blok-
golf voort.
SAW ( ): De gitaarsynthesizer brengt een zaagtand
voort. Deze golfvorm wordt vooral voor strijkers en iets
“scherpere” klanken gebruikt.
In-/uitschakelen van de Feedbacker
Om de Feedbacker met de voet in of uit te schakelen
moet u een optionele voetschakelaar (FS-5U, DP-2
(Roland) enz.) op CTL 1,2 aansluiten en “Control
Assign” (blz. 28) als volgt instellen:
< ASSIGN1: ON >
TARGET: SFX: ON/OFF
TARGET MIN: OFF
TARGET MAX: ON
SOURCE TYPE: CONTROL1
SOURCE MODE: NORMAL
SOURCE MIN: 0
SOURCE MAX: 127
Komentarze do niniejszej Instrukcji